10.Stabiliseren uitkering met solidariteitsreserve
Het pensioenfonds kan de solidariteitsreserve ook inzetten voor het stabiliseren van de uitkering. Hiermee wordt de reserve gericht ingezet voor het voorkomen van het verlagen van de pensioenuitkering. Het voorkomen van een verlaging is belangrijk in het kader van verliesaversie bij pensioengerechtigden. Veel gepensioneerden zijn verliesavers. Het gaat in dit geval om het voorkomen van verlagingen van nominale uitkeringen.
“Verliesaversie is een emotie, een overreactie op een verlies. Een mens vindt het veel erger iets te verliezen dan de blijdschap is bij een vergelijkbare winst. De eerste euro’s verlies komen daarbij relatief het hardste aan.”
Marike Knoef in Pensioen Pro (februari 2022)
Het kan dus zeer nuttig zijn om de solidariteitsreserve gericht in te zetten voor het stabiliseren van de pensioenuitkering. Hierbij wordt de solidariteitsreserve gericht ingezet om een mogelijke verlaging te voorkomen of te dempen. De afgelopen periode is deze methode bekend geworden als de zogenaamde Ortec methode uit de werkgroep ‘Effectieve inzet solidariteitsreserve’ van de Pensioenfederatie[16].
Er zijn twee methodes om nominale kortingen in de uitkeringsfase met de solidariteitsreserve te voorkomen.
1. Aanvullen vermogen uit reserve om (deel) korting te dekken:
Hierbij zet het pensioenfonds de solidariteitsreserve in om de gespreide korting voor het eerste jaar te repareren voor de deelnemers aan het collectief. Dit betekent bijvoorbeeld dat bij een korting van 5% over vijf jaar (dus 1% per jaar) de eerste korting niet wordt doorgevoerd. De gespreide toedeling is dan 0%, -1%, -1%, -1%, -1%. Hierbij wordt het collectief vermogen zodanig aangevuld uit de reserve dat de eerste korting levenslang wordt voorkomen. Bij deze methodiek is het persoonlijke en collectieve vermogen in overeenstemming met de hoogte van de voorwaardelijk variabele uitkeringen. De dekkingsgraad is 100%. Ervaring vanuit de Wet verbeterde premieregeling leert dat bij spreiding van resultaat in combinatie met een op de risicohouding afgestemd beleggingsbeleid eventuele jaarlijkse kortingen zeer beperkt blijven.
[16] https://www.ortecfinance.com/nl-nl/insights/blog/rapport-berekeningen-hogere-en-stabielere-pensioenen-dankzij-solidariteitsreserve
2. De eenmalige aanvulling uitkering uit reserve zonder aanvulling vermogen:
Hierbij zet het pensioenfonds de solidariteitsreserve alleen in om een daling van de lopende uitkeringen in het betreffende jaar te repareren. Hierbij wordt niet het collectief vermogen aangevuld, want dat komt neer op het levenslang aanvullen van uitkeringen. Alleen de uitkeringen van dat jaar worden aangevuld. Hierdoor wordt het repareren van een daling van de uitkeringen goedkoper en raakt de solidariteitsreserve minder snel leeg. De deelnemer krijgt hiermee een eenmalige toeslag op zijn eigenlijk verlaagde uitkering. Daarmee repareert het pensioenfonds de verlaging. Bij deze methode heeft de deelnemer geen zekerheid dat het pensioenfonds de korting het jaar erop wederom kan voorkomen. Indien de solidariteitsreserve niet toereikend is, daalt in dit geval de uitkering niet 1% maar 2%. Dat komt omdat de verlaging van het vorige jaar niet onvoorwaardelijk is doorgevoerd. Bij langdurig slechte economische omstandigheden wordt de uitkering bij deze methodiek jaren aangevuld waarbij de omvang van het collectieve pensioenvermogen niet in lijn is met de onttrokken uitkeringen in de deze jaren. Als de solidariteitsreserve uiteindelijk leeg raakt, moeten de uitkeringen ineens worden verlaagd naar een niveau dat in lijn is met het vermogen. Dat kan na opeenvolgende jaren zorgen voor een grote daling van de uitkering die niet in lijn is met de gehanteerde risicomaatstaf.
Aandachtspunt:
Het is nog onduidelijk of en welke aanvullende eisen kunnen worden gesteld aan de uitvoering van deze laatste variant in kader van communicatie naar deelnemers. De vraag is of er vanuit toezichthouders aanvullende eisen komen om de deelnemers erop te wijzen dat deze aanvulling slechts eenmalig is en de uitkering in een volgend jaar verder kan dalen. Ook is niet duidelijk of en hoe deze ongedekte eenmalige aanvullingen van de uitkering moeten worden verwerkt in de vaststelling van en toets op de risicohoudingsmaatstaf: ‘de van jaar op jaar fluctuatie van de uitkering’.
De eventueel hieruit voortkomende aanvullende eisen aan onze communicatie en dienstverlening kunnen vooralsnog niet worden vastgesteld en daarmee ook niet worden opgenomen in onze generieke dienstverlening. Zodra hier meer duidelijkheid over is, zullen deze eventueel worden toegevoegd als aanvullende dienstverlening. In dat geval kan ook worden ingeschat wat de impact van deze eisen is voor een eventueel additioneel benodigde functionaliteit van het systeem en de maakbaarheid in de tijd.
10.1 Beschermen koopkracht met de solidariteitsreserve
In de discussie over het inzetten van de solidariteitsreserve is geopperd om de methode van een ‘ongedekte’ aanvulling van de uitkering ook te hanteren voor koopkrachtbescherming. Ongedekt betekent zonder aanvulling van het onderliggende vermogen. In dit voorstel vult het pensioenfonds niet alleen bij een verlaging de uitkering eenmalig aan, maar doet dat ook voor koopkrachtbescherming. Hier zet het pensioenfonds de solidariteitsreserve in om in enig jaar de koopkracht van de uitkering op peil te houden. De daarbij behorende persoonlijke pensioenvermogens gaan niet omhoog voor toekomstig koopkrachtbehoud. Een methode die het volledige bijbehorende vermogen aanvult uit de solidariteitsreserve is waarschijnlijk al snel onbetaalbaar. En de solidariteitsreserve kan al na één jaar ontoereikend zijn. Koopkrachtbescherming is nodig in elk jaar dat de inflatie hoger is dan het behaalde en toegekende overrendement. Een solidariteitsreserve die hiervoor wordt gebruikt, wordt veel vaker aangesproken. Ook vergt het vele malen hogere aanpassingen dan in geval van nominale kortingen. Om de benodigde koopkrachtbescherming per deelnemer vast te stellen, is een volledige schaduwadministratie nodig van de jaarlijks uitgekeerde pensioenen versus de door kapitaal gedekte pensioenen. Er is nog geen duidelijkheid over de aanvullende eisen op bovenstaande vraagstukken. Achmea Pensioenservices ondersteunt deze methodiek vooralsnog niet in de uitvoering. Ook vanwege de aanvullende eisen over communicatie en verantwoording over de risico’s die de deelnemer hierbij loopt.
Bescherming van koopkracht via solidariteitsreserve op basis van de KNVB-criteria
Kosten
Aanzienlijk vanwege het aanhouden van een dubbele administratie.
Nut
Op lange termijn kan koopkracht alleen worden bijgehouden indien overrendementen de koopkracht kunnen bijhouden.
Veilig
Er ontstaat een risico op grote terugval in inkomen voor een deelnemer, omdat de vermogens niet meer in lijn zijn met de hoogte van de uitkering. Het is onduidelijk hoe te controleren of een mogelijke terugval op individueel niveau binnen de risicohouding blijft.
Begrijpelijk
De methodiek kan verwachtingen scheppen die op lange termijn niet kunnen worden nagekomen. De deelnemer heeft onvoldoende zicht op het risico dat hij van jaar op jaar loopt.
Ons productaanbod