9.1 Solidariteitsreserve
De solidariteitsreserve is een verplicht collectief vermogen in de solidaire premieregeling. Er kunnen risico’s collectief mee worden gedeeld. De solidariteitsreserve is geen afgescheiden beleggingsvermogen, maar onderdeel van het totale vermogen en deelt mee in de collectieve rendementen en risico’s. Het is de optelling van de voor de uitkeringen gereserveerde pensioenvermogens en de solidariteitsreserve. Daarmee is de solidariteitsreserve een intrinsiek onderdeel van de pensioenregeling.
De solidariteitsreserve kan ervoor zorgen dat, wanneer het tegenzit, de (verwachte) pensioenen minder hard omlaaggaan. Door in goede tijden aan de solidariteitsreserve bij te dragen, kunnen schokken worden opgevangen in mindere tijden. De vul- en uitdeelregels van de solidariteitsreserve bepalen hoeveel er gespaard en uitgedeeld wordt. De solidariteitsreserve mag niet worden gebruikt voor operationele kosten. Net als de voor de uitkering gereserveerde pensioenvermogens mag ook de solidariteitsreserve niet negatief worden. Deze restrictie op de solidariteitsreserve voorkomt dat nieuwe deelnemers toetreden in een pensioenregeling met een negatieve solidariteitsreserve. Daardoor zou er sprake blijven van een onverdeeld tekort boven op de bijdrage die deelnemers al moeten leveren aan het vullen van de solidariteitsreserve.
Een solidariteitsreserve kan onder andere ingezet worden voor:
- intergenerationele risicodeling binnen solidaire premieregelingen;
- demping van schommelingen in pensioenuitkomsten;
- collectieve deling van niet-verhandelbare risico’s zoals macro-langlevenrisico of inflatierisico.
Er gelden regels voor het gebruik van de solidariteitsreserve. Zo schrijft de wet voor wat de omvang is en hoe je de reserve mag vullen. De regels zijn:
- Er mag maximaal 10% van de betaalde premie bijgedragen worden.
- Er mag maximaal 10% van het behaalde overrendement worden bijgedragen.
- Het gemaakte rendement van de reserve mag zelf toegevoegd worden.
- De totale omvang van de solidariteitsreserve bedraagt maximaal 15% en minimaal 0% van het totale vermogen.
- Bij aanvang of bij invaren mag er eenmalig een hogere toevoeging aan de solidariteitsreserve gedaan worden. De regels die daarvoor gelden worden nader uitgewerkt.
9.2 Delen micro-langlevenrisico via de solidariteitsreserve
Achmea Pensioenservices ondersteunt een aantal methodes voor het toedelen van beschermings- en overrendement micro-langleven binnen de solidaire premieregeling:
- Scheef verdeeld: pensioengerechtigde krijgt 100% bescherming. De financiering hiervan loopt via verdeling overrendement.
- Uniform: iedere deelnemer krijgt 100% bescherming en ook 100% overrendement. Deze methodiek geldt bij beroepspensioenfondsen.
- Uniform verdeeld, maar financiering hiervan komt uit solidariteitsreserve.
Bij delen van het micro-langleven via de solidariteitsreserve moet de frequentie van toedeling gelijklopen aan het toekennen van bescherming en overrendement. Het is belangrijk dat de volgorde van toekennen van rendementen gelijk blijft. Bescherming voor micro-langleven is onderdeel van de bescherming voor het verstrijken van de tijd. En is daarmee onderdeel van stap 1 van het toedeelmechanisme. Een andere volgorde kan veroorzaken dat vermogens van deelnemers met hoge leeftijden minder rendement krijgen toegekend. Dat resulteert in ongelijke aanpassingen van de uitkering. Hoge leeftijden hebben een hoog beschermingsrendement nodig voor micro-langleven om het pensioeninkomen stabiel te houden.
9.2.1 Hoe werkt de methode uniform verdeeld?
Bij deze methodiek wordt een keer per maand de bonus bij leven en de sterftewinst verdeeld. Ook wel bescherming micro-langleven en overrendement micro-langleven genoemd. Gedurende de periode worden de kapitalen die vrijvallen door sterfte toegevoegd aan het overrendement micro-langleven. Bij deze maandelijkse toedeling krijgen alle deelnemers 100% bescherming. Dit betekent dat ook aan de individuele pensioenvermogens in de opbouwfase per leeftijdscohort eerst de verwachte sterfte als een procentuele rendementstoekenning op het kapitaal wordt toegekend. Vervolgens wordt bepaald of en hoe hoog het toe te kennen overrendement is. Dit overrendement is gelijk aan het verschil tussen het vrijgevallen vermogen van alle overleden deelnemers minus de toegekende beschermingsrendementen. Het overrendement kan in enig jaar negatief zijn. Een negatief overrendement betekent dat bedragen worden onttrokken aan de individuele vermogens of worden gefinancierd uit de solidariteitsreserve.
Deze methode kent dus in de opbouwfase twee soorten rendementen op micro-langleven: bescherming en overrendement. De toekenning van de bescherming in de opbouwfase is niet uniform maar wordt leeftijdsafhankelijk vastgesteld en toebedeeld. Het is dus niet één percentage voor alle deelnemers. Het te verdelen overrendement wordt aan alle deelnemers uniform uitgedeeld of als onderdeel van het overige overrendement. In de communicatie van de pensioenvermogens kunnen beide onderdelen eventueel apart worden vermeld en gespecifieerd op het vermogensoverzicht.
9.2.2 Hoe werkt de methode scheef verdeeld?
Deze methodiek verdeelt een keer per maand de bonus bij leven en de sterftewinst. Ook wel bescherming micro-langleven en overrendement micro-langleven genoemd. Bij deze methode krijgen alleen de pensioengerechtigden bescherming. Voor hen is deze bescherming zelfs verplicht. De kapitalen die vrijvallen door sterfte worden toegevoegd aan het overrendement. Dit overrendement is gelijk aan het verschil tussen het vrijgevallen vermogen van alle overleden deelnemers minus de toegekende beschermingsrendementen. Dit overrendement wordt toegevoegd aan het overig te verdelen overrendement en wordt volgens de hiervoor geldende toedelingsregels verdeeld.
In deze methode is het micro-langleven een onderdeel van de systematiek van beschermings- en overrendement zoals wordt gehanteerd voor het financiële risico. Deze methodiek is binnen de solidaire regeling eenvoudig uitvoerbaar met behulp van de prijs van pensioen. Het micro-langleven delen op een andere manier is complexer. Dat is omdat deze component dan uit de totale bescherming moet worden onttrokken. Deze methodiek heeft dan ook vanuit uitvoerbaarheid en uitlegbaarheid de voorkeur boven de uniforme methodiek. Ook wordt hiermee voorkomen dat toekenning van de bescherming in de opbouwfase leeftijdsafhankelijk moet worden vastgesteld en toebedeeld bovenop de overrendementsverdeling.
9.3 Delen macro-langlevenrisico via de solidariteitsreserve
Het overrendement vanwege macro-langlevenrisico is het collectieve financiële resultaat door de toegekende beschermingsrendementen tegen macro-langlevenrisico. Ook dit overrendement kan volgens de vooraf bepaalde toedelingsregels naar leeftijdscohorten worden toebedeeld (net als bij het beschermingsrendement voor micro-langlevenrisico). Een mogelijkheid daarbij is om ouderen te beschermen en aan de jongere deelnemers het overrendement toe te bedelen, omdat jongeren het risico dat de oudste deelnemers langer leven dan vooraf ingeschat beter kunnen dragen dan dat de oudste deelnemers dat zelf kunnen. In dit geval worden bepaalde cohorten beschermd. De kosten of opbrengsten zijn onderdeel van het overrendement. Ook is het mogelijk de jongeren eveneens voor 100% te beschermen en uniform de kosten te delen. Ook hier geldt dat het zowel in perspectief van uitlegbaarheid als uitvoering de voorkeur heeft aan te sluiten bij de toedelingsregels die gelden voor de andere componenten van het beschermingsrendement. Ook is het mogelijk dit alleen te delen tussen pensioengerechtigden. In dit geval geldt voor dit cohort zowel 100% bescherming als 100% overrendement. Voor de overige cohorten is dat voor beide 0. Deze laatste methodiek sluit aan bij de collectieve methodiek en is eveneens goed uitvoerbaar.
9.3.1 Hoe werkt delen macro-langleven via een solidariteitsreserve?
Deze methodiek beschermt deelnemers door de kosten van een stijging van levensverwachting te financieren uit de solidariteitsreserve. Dit heet ook wel macro-langlevenrisico. Bij een wijziging van de sterftetafel krijgen de aangewezen deelnemers 100% bescherming. Dit betekent dat het pensioenfonds bepaalt hoeveel vermogen de individuele pensioenvermogens krijgen door deze wijziging van de levensverwachting. Dat gaat leeftijdsafhankelijk. Vervolgens wordt bepaald of en hoe hoog het toe te kennen overrendement is (de kosten of baten). Het overrendement is bij een stijging van de levensverwachting negatief. Dit betekent dat in dat geval bedragen worden onttrokken aan de solidariteitsreserve.
9.4 Alle opties voor het delen micro- en macro-langleven op een rij
De opties die Achmea Pensioenservices ondersteunt voor het delen van micro en macro langlevenrisico staan hieronder.